De blauwe poort
De ridder rijdt door de blauwe poort de regels van de tijd overschaduwen de eeuwigheid het paard, wit, als de woestijn, waar de zandkorrels bloemen laten ontluiken
De oase: Morgaine de maan wijst de weg het vizier gesloten het hart kent de maan de roze bloem wenkt om hem haar geheim te onthullen
Haar stilte vertelt haar zoete geur heelt het Niets verlangt, de magiër danst met haar. en er is eb en vloed Lilith en Eva het vizier gaat open om het eeuwige geheim te kunnen zien.
Ans Carels
|